In oktober 2016 werd het nieuwe stadhuis op de Postsite in gebruik genomen. De stadsdiensten zullen er minstens negen jaar vertoeven. Over het ‘nadien’ wordt nog diep nagedacht. Wat er met het oude landhuis en het stadhuis zal gebeuren, ligt ook nog niet helemaal vast.
Wie een nieuwbouw of renovatie opstart, een premie aanvraagt, een stadszaal voor een feest zoekt, een bedrijf wil opstarten of gewoon een nieuwe identiteitskaart nodig heeft, kan dat sinds januari vorig jaar allemaal in één gebouw: het Nieuw Administratief Centrum (NAC) aan het Werfplein. Makkelijk toch? Het was ooit anders. De diensten van de stad zaten verspreid over tal van gebouwen, die soms ver uit elkaar lagen. En toch sprak men altijd over het ‘stadhuis’ op de Grote Markt als centrale punt waar het stadsbestuur gehuisvest was. Achteraan op de binnenplaats staat echter het oudste deel van het gebouwencomplex: het landhuis.
Het U-vormige complex met achtergelegen tuin en openluchttheatertje (nu een parkeerterrein) werd tussen 1643 en 1645 opgetrokken in traditionele bak- en zandsteen. De vleugel waarin de trouwzaal zich bevindt, werd gebouwd in rococostijl tussen 1756 en 1760 door het bestuurscollege van het Land van Aalst. De blikvanger van het voormalige landhuis is ongetwijfeld de middentravee op de binnenkoer. De weelderig uitgewerkte en gedeeltelijk bepleisterde rococogevel, die uitziet op de gekasseide binnenplaats, wordt overheerst door een uitspringende gevel tussen geblokte pilasters en bekroond met een in- en uitzwenkende top met ossenoog en een cartouche met zonnewijzer. Dit gedeelte is op de tekening van de Aalsterse kunstenaar Jef Van Den Steen te zien, met uitzondering van de zonnewijzer.
De tuingevel van deze vleugel is eerder classicistisch uitgewerkt en omvat twee bouwlagen van tien traveeën. Het tot drie bouwlagen verhoogde gedeelte is hier bedekt met een driehoekig fronton met rococostucwerk en ossenogen. Het bestuur van het Land van Aalst zetelde hier lange tijd.
Land van Aalst
Het Land van Aalst was van 1046 tot 1164 een graafschap. De Vlaamse Graaf Boudewijn I veroverde het deel van de Brabantgouw, later gekend als het Land van Aalst. Tegen het midden van de 11de eeuw werd Aalst de zetel van het graafschap, ten nadele van Ename. Aalst werd een belangrijk steunpunt van de graven van Vlaanderen. In 1164 verwierven de burgers van Aalst stadsrechten. Omstreeks 1330 werden Geraardsbergen en de omliggende gebieden bij het Land van Aalst gevoegd. De landstreek was het bestuurlijk district dat naast Aalst en Geraardsbergen ook nog bestond uit de baronieën van Boelare, Gavere, Rode, Schorisse en Zottegem. Het hoofdcollege van het Land van Aalst vergaderde in de periode voor de Franse Revolutie in de gebouwen achter de Grote Markt en regelde voornamelijk de administratie voor het ganse gebied. Vandaar de benaming ‘landhuis’.
©